Amsvorde
Korte naam | Amsvorde |
---|---|
Land | Ihlane |
Hoofdkern | Amsvorde |
Ta(a)l(en) | Nederlands, Arabisch, Iberisch |
Postcode | 08 |
Amsvorde is een stad en gemeente in Ihlane. De gemeente omvat hoofdzakelijk de stad Amsvorde, alsmede enkele buurtschappen en gehuchten. In het westen grenst Amsvorde aan de gemeentes Al-Qusur en Ulstheim, en in het noorden aan het openbare lichaam Noordersluizen. In het oosten grenst de gemeente aan de gemeente Urbigno en het openbare lichaam Nijewuusting
Geschiedenis
De oorsprong van Amsvorde is reeds zeer oud, en gaat terug op een nederzetting bij een doorwaadbare plaats in de rivier de Almer, alwaar handelsverkeer en reizigers tussen Al-Qusur en Urbigno de rivier konden overstekken. De eerste keer dat de plaats genoemd wordt is in 1312, door de Qusurische schrijver Abd Allah bin Muhammad, als Amsfūrd (Arabisch:أمسفورد). De plaats is waarschijnlijk van oorsprong zowel Nederlands geweest, maar ook Iberisch (zie verderop). Amsvorde was waarschijnlijk een belangrijk rustpunt op de weg naar Urbigno, en verkreeg na 1460 ook een aanzienlijke rijkdom door het verkrijgen van tolrechten op zowel de Almer als de weg die deze rivier doorkruiste. Deze tol werd geheven vanuit de burcht van Amsvorde, alwaar de heren van Amsvorde zetelden en die nog immer aanwezig is. In 1531 verkreeg Amsvorde markt- en walrechten van de vorst van Ihlane, waarop de stadsmuur, waarvan nu nog enkele delen over zijn gebleven, opgetrokken werd. Hierbij is ook de Almer overkluisd, ten behoeve van de sanitaire situatie en de waterhuishouding.
Ten westen van het toenmalige Amsvorde lag een Iberisch-Arabisch dorp, waarschijnlijk ouder dan Amsvorde, maar het is niet bekend hoe oud precies. Hoewel dit altijd kleiner is gebleven door het gebrek aan dominantie over de rivier de Almer, bleek dit soms een serieuze handelsconcurrent te zijn voor Amsvorde. Tussen ongeveer 1650 en 1723 woedde er een handelsstrijd, wat in 1723 uitmondde in een gewapend conflict, waarbij uiteindelijk de vorst van Ihlane, Wilbertus II Mincarbius in 1725 in moest grijpen om te voorkomen dat de weg naar Urbigno onbegaanbaar zou worden en zijn inkomsten daardoor in gevaar zouden komen. Hierbij werden de twee plaatsen samengevoegd onder de heren van Amsvorde, en stond het dorp voortaan bekend als de westelijke kwartieren van Amsvorde.
Tussen 1723 en 1880 ontwikkelde Amsvorde zich nauwelijks, en raakte het zelfs in verval. In 1880 kwam de industrieel baron Frederick van Halenz op het idee om een kanaal te graven van de Middellandse zee naar de Groene Zee via het Almermeer, wat tot die tijd afgesloten was van de zee in het noorden en slechts via de Almer verbonden was met het zuiden. Dit kanaal zou de noord-zuidhandel aanzienlijk moeten versnellen en veiliger moeten maken, omdat schepen zo niet het het complete continent Geia zouden moeten omvaren. Hij heeft hiervoor gelobbyd bij de Ihlaanse overheid, die ermee akkoord ging op voorwaarde dat het kanaal langs Amsvorde zou komen, om de stad zo een economische impuls te geven. Na het verwerven van de fondsen is in 1895 begonnen met de aanleg van het Middellands kanaal, wat uiteindelijk in 1906 gereed kwam. Hiervoor is een deel van de Almer verdwenen in het kanaal, en is ook deel van het oude centrum van Amsvorde verloren gegaan en is het westen van de stad gescheiden geraakt van de rest.
Het was hierdoor voor Amsvorde echter wel mogelijk om zich economisch te ontwikkelen, mede door de grote haven die aangelegd werd ten zuiden van de stad. In combinatie met de spoorlijn Arloheim - Urbigno zorgde dit ervoor dat Amsvorde weer het handelsknooppunt werd wat het vroeger was. De corridorwerking van het kanaal bleek echter wel een probleem te zijn voor de westelijke voorsteden; er was immers alleen een spoorbrug over het kanaal en de veerboten bleken niet in staat het grote reizigersvolume aan te kunnen. Hierop is er besloten om een tunnel te bouwen, ontworpen door de Ingenieur Alexander Springtij. Deze tunnel kwam gereed in 1915 en is vernoemd naar zijn ontwerper. Het is ook in deze tijd dat de eerste stappen voor de tram van Amsvorde zijn genomen, met een tramverbinding tussen het centrum en de zuidelijke wijken, via het station. In 1938 is er ten noorden van het oude centrum een brug gebouwd over het kanaal, de Iberischebrug. Hierdoor is het ook mogelijk geweest om de westelijke wijken op het tramnet aan te sluiten.
Vanaf de jaren vijftig heeft Amsvorde zich gestaag uitgebreid richting noorden en oosten, alwaar nieuwe wijken kwamen. Ten behoeve van deze wijken is in 1970 het treinstation Amsvorde Oost geopend.
Economie en voorzieningen
Amsvorde is sterk gericht op het Middellands kanaal en de zuidelijke havens en speelt een grote rol in goederenoverslag tussen schepen en tussen schip en trein. Verder vormt Amsvorde een regionaal centrum wat betreft diensten en voorzieningen. De Universiteit van Arloheim heeft een dependance in Amsvorde, alwaar onder andere opleidingen voor Arabische en Iberische cultuur worden gegeven, maar ook voor handel, scheepsvaart en infrastructuur.
Verbindingen
Amsvorde is verbonden met verschillende plaatsen via de drie spoorwegstations Amsvorde Centraal, Amsvorde Iberië en Amsvorde Oost aan de spoorlijn Arloheim - Urbigno. Via vele havenfaciliteiten is Amsvorde verbonden met andere havens op het continent. Ook zijn er wegverbindingen met Ulstheim, Urbigno via Vittoria, met Arloheim en Al-Qusur via Al-Diyar Al-Bayda, alsmede een dubbele verbinding met de Noordersluizen, via de westkant van het Almermeer, en via de oostkant. Intern wordt een groot deel van het vervoer mogelijk gemaakt door het tramnetwerk van Amsvorde.